den Ham wordt verhard
IN 1901 BEGON HET KARWEI
Rond de eeuwwisseling was het met de straten in Dongen erbarmelijk gesteld. Slechts enkele wegen waren van keien voorzien, enkele hadden een grindslag verharding, doch de meeste waren zandwegen met diepe karrensporen. Voetpaden ontbraken grotendeels en omdat voor de meeste Dongenaren hun beide benen het hulpmiddel was om zich te verplaatsen, laat het zich raden dat dit altijd geen pretje was. In natte tijden werden de meeste wegen onbegaanbaar. De gemeente deed wel iets aan deze overlast, successievelijk werden straten verhard, riolering en voetpaden aangelegd.
VERZOEKSCHRIFT
Op 27 augustus 1896 werd door C.A. Ooms en nog 42 andere bewoners van de Hoge en Lage Ham een verzoekschrift gericht aan de Raad van de gemeente Dongen.
Weledelachtbare Heeren; ··De ondergetekenden, bewoners van den `Hoogen en Lagenham geven met de meeste hoogachting te kennen: ·Dat de bestrating en riolering aldaar veel te wensen overlaat en daardoor de weg van de R.C. Kerk af tot in den Laagen Ham voor een groot gedeelte des jaars slecht en nauwelijks fatsoenlijk begaanbaar is. Dat bij het besluit tot verbetering van de weg in den Hoogen Ham tot Achterbergen de verbetering van bovengenoemd gedeelte ook in uitzicht is gesteld geweest en wel om zodra mogelijk te volgen. Dat adressanten in gemoeide vernemen dat het geen over bodigen eisch van hen is, waar een gedeelte van den Hoogen Ham een alleszins prachtige weg met trottoirs en rioolering bezit, het overige gedeelte wat zeker niet minder belangrijk bijdraagt in de gemeentelasten, op een spoedige verbetering van de weg met trottoir en rioolering beleefdelijk aandringt. Dat adressanten bescheidelijk menen, nu er sprake is van een nieuwe tramverbinding over genoemde wegen, het ook een geschikte gelegenheid biedt om tezelfdertijd eene zoo hoog noodige verbetering aan den weg te brengen. Dat, al zou onverhoopt bedoelde tramverbinding niet tot stand komen, het toch onze eerbiedige wens is reeds het volgende jaar de verbetering te verkrijgen, Dat, al mogen er meer groote gemeentewerken in uitzicht zijn het U E A toch moge behagen de verbetering van genoemde weg met trottoir en riolering er niet door achter te stellen, temeer daar destijds in beginsel voor de verbetering besloten is. Redenen waarom wij nogmaals U Edelachtbare in overweging geven voor een spoedige verbetering van genoemde weg te besluiten. In deze zekere overtuiging dat de Raad de belangen van allen behartigt en getuige de zuidzijde van den Hoogen Ham niet meer Gods water over Gods akker laat lopen, bevelen zij hun verzoek in de welwillendheid aan UREA en zien zij een gunstige beschikking tegemoet.
Dongen, 277 augustus 1800 zesennegentig
w.g. De Voorzitter van de Raad doet het voorstel dat Burgemeester en Wethouders hierover en
over uitbreiding van trottoirs enz in den Ham een formeel voorstel aan den Raad zullen doen.
BESTEK
Op 18 september 1900 wordt tijdens de Raadsvergadering besloten om de in Dongen
gevestigde architect Adr. Van Dongen bestek en voorwaarden te laten maken van de
werkzaamheden aan den Hoogen en Lagen Ham. Op 16 november 1900 besluit de Raad over te gaan tot een geldlening van een bedrag ten hoogste 15000 gulden ter dekking van de kosten voor het aanleggen van trottoirs al hier met bijbehorende werken in het overige gedeelte van den Hoogen Ham alsook het gedeelte van den Lagen Ham.
Op 4 december 1900 keurt de Raad, na onderzoek, bestek, voorwaarden, begroting kosten en tekening voor trottoirs met bijbehorende werken in den Hoogen en Lagen Ham, opgemaakt door architect Adr. Van Dongen, goed.
INSCHRIJVING
Vergadering op dinsdag 8 januari l901. Het voltallige college is bijeen.
Tegen 12.00 uur wordt overgegaan tot de tegen heden aangekondigde besteding in het
maken van nieuwe keibestrating, trottoirs en aanverwante werken in Hoogen Ham en
Lagen Ham. Er blijkt dat is ingeschreven door;
P.W. Boon alhier 10614 gulden
H.G. van Meer te Oosterhout 12647 gulden
G. in den Velde te Breda 13300 gulden
Th. Blijlevens te Made 13370 gulden
Adr. C. den Kouleweg te Breda 14000 gulden
A.J. Verlegh te Ginneken 13534 gulden
J.J.P. van Empel te Tilburg 12509 gulden
P.C. Schellekens te Dongen 13449 gulden
H. Wagener te Dongen 12282 gulden
P. Koenen te Dongen 12272 gulden
C. Mutsaers te Tilburg 13850 gulden
Adr. Oosten te Willemstad 18997 gulden
Joh-Jac. Prins-van Empel te Tilburg 13146 gulden
C. van den Kanten te Breda 12990 gulden
Arn. Wilgen te Nieuwendijk 12941 gulden
Jan Lindenberg te Wemeldingen 13560 gulden
Matheus Bakkenen te Princenhage 13769 gulden.
Er valt tijdens deze vergadering geen beslissing, deze wordt een vergadering opgeschoven.
Tijdens de vergadering op 12 januari 1901 wordt het volgende ingekomen schrijven behandeld.
Dongen, den 9 januari 1901
Edel Achtbare Heeren, Burgemeester en Wethouders
Abusievelijk is er bij mijne rekening een fout geslopen in de rekening der vaalklinkers, waarvan ik in plaats van 110.000 Slechts 11.000 stuks gerekend heb. Reden waarom ik mij tot Ued wend met een nederig verzoek mijn biljet als waardeloos te beschouwen. Moge het Ued behagen mij hiervan te verontschuldigen om rede ik het werk onmogelijk voor genoemde som kan maken.
Hoogachtend Uw dienstwillige dienaar
w.g. P.W. Boon.
Na enige discussie wordt eenparig besloten het werk te gunnen aan Pieter Koenen, metselaar, wonende te Dongen, voor zijn inschrijvingsprijs van 12272 gulden.
OPLEVERING
In juni 1901 wordt de weg opgeleverd en de aanneemsom wordt met de heer Koenen in drie termijnen verrekend. De heer Koenen stuurt de gemeente echter nog een rekening ad; 390 gulden en 18 cent voor aanvullende werkzaamheden aan die weg.De gemeente wil die rekening niet betalen en vraagt rapportage aan architect/ opzichter Adr. van Dongen. Tijdens de B en W vergadering van 20 juni l902 wordt de rapportage behandeld. In deze rapportage verklaart architect/ opzichter Adr. van Dongen geen opdracht te hebben gegeven voor aanvullende werkzaamheden, zodat de aannemer geheel eigenmachtig te werk is gegaan.
Tijdens de B en W vergadering van 18 juli l902 valt het besluit dat de gemeente Dongen het bedrag van 390 gulden en 18 cent voor aanvullende werkzaamheden aan den Hoogen Ham niet verschuldigd is.
Koenen is het schijnbaar met deze beslissing niet eens, want hij blijft corresponderen en tijdens een raadsvergadering op 25 september l903 komt het probleem weer ter sprake. Besloten wordt architect en aannemer nogmaals te horen. Vermoedelijk zijn de partijen tot een vergelijk gekomen, want nadere gegevens zijn niet meer gevonden.
uitgave van de Heemkundekring Dongen